Daar liggen ze dan, zielig bij elkaar verzameld in de avond zon. Vermoord. Willekeurige slachtoffers, sommige met hun streepjes pyjama nog aan. Het zijn de daden van de Grote Tepelhoorn. Tepel wattes? Ja, de Tepelhoorn. Overdag is hij een oersaaie slak, maar ’s nachts….
Vroeger als kind verzamelde ik ze al. Schelpen met gaatjes. Grote schelpen, kleine schelpen. Ruw en in alle kleuren. Het scheelde veel moeite met de naald er een gaatje in te maken. Handig zo die gaatjes van de natuur, maar nee. Het zijn gaten gemaakt door een zeeslakje. Hongerig kruipt hij over de zeebodem opzoek naar slachtoffers. Als hij deze eenmaal gevonden heeft begint hij te raspen. Aan de tong van de tepelhoorn zitten mini tandjes. Het duurt even, maar met veel geduld raspt hij met zijn tong een oneven gaatje in de schelp, wanneer hij dicht genoeg bij het weekdiertje is, spuit hij gif in het weekdiertje. Dit weekdiertje verdoofd en vervolgens het etenstijd voor de slak. Het is een echte roofslak dus
Nu staat er bij mij in de tuin dus een blik vol met deze eierstrengen. Ik en een mede collega natuurgids hebben ons gebogen over hoe we deze eitjes kunnen gaan bewaren. In tegenstelling tot zeesterren, wulk-eieren, roggen kapsels krabben ect. kun je dit niet drogen in de zon, want het lost op. Ook in de bio-ethanol lukt het niet, want ook dan blijft er weinig van over…. Geen eitje dus, om dit toekomstige lesmateriaal te bewaren.
Op het eind vd middag liep ik langs de vloedlijn in Hoek van Holland. Daar lag het vol met (ik dacht stukjes kapot rubber. Maar nee hoor het zijn dus eierstrengen. Dank voor de uitleg in dit artikel. Zo heb ik er weer iets bijgeleerd.