Het waait buiten flink, maar ook in mijn hoofd waait er een storm. Het is de eerste storm van het nieuwe jaar die ik trotseer. Symbolisch is een storm altijd wel iets ‘moois’. Het waait je hoofd en hart leeg en ruimt op wat er niet hoort. Het is even een complete chaos, maar daarna volgt er een volmaakte stilte en kun je makkelijk de rotzooi opruimen. Net als in de natuur.
Ik neurie het liedje van Boudewijn de Groot “Hoe sterk is de eenzame fietser, die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind, zich zelf een weg baant.” Terwijl ik zelf in de wind over het stuur mijn weg naar huis volg. Mijn muts tot ver over mijn oren. De bomen die mogen er zijn, met hun toppen in de wind. Ze kietelen de lucht. De bomen dansen mee, maar blijven geworteld in de aarde. Soms zijn ze te buigzaam en breekt er een tak. Alle bomen staan weer in hun nakie, maar wanneer je goed kijkt zitten de knoppen al verscholen aan de takken. Het is volle maan geweest gisteren en die grote verlichte bol in de hemel zorgt dan toch altijd voor wat onrust.
De storm zet door en ik buig mij verder over mijn stuur, mijn benen in de pedalen doen het werk wel. “Blijven malen.” Hoor ik mijn fietspartner zeggen waarmee ik naar Spanje ben gefietst. “De rest gaat vanzelf.” En dus gaan mijn gedachten vanzelf verder…
…Ik beeld mij in hoe het onder water uit moet zien, maar juist dat is onmogelijk. De Noordzee is al zo grauw en grijs door al het zand wat door de stroming in beweging blijft. Het lijkt een vieze zee door al die diversiteit aan kleuren, maar het is in werkelijkheid een relatief schone zee. Toch zie je geen hand voor ogen. Het is toch onmogelijk om daar in te leven? Zeker met van die windstoten die de golven laten schuimen. Toch leven er in dit grootste natuurgebied van Nederland ruim 220 soorten vissen. Tijdens mijn excursies vertel ik de mensen dat deze ‘kleine’ zee de drukste vaarroute ter wereld is. Kun je het je voorstellen? Wanneer je over een stil strand aan het uitwaaien bent en de zee aftuurt en niets ziet… Behalve windmolens? Die maken nu overuren, lach ik in gedachten.
Mensen vragen wel eens aan mij: “Tess, wat vindt jij daar nou van die windmolenparken op zee.” Ik durf natuurlijk niet met zekerheid te zeggen dat zo’n heel windmolenpark geen ecosysteem zal aantasten. Ik heb mij zelfs laten vertellen door medewerkers van zo’n park dat het voor ‘nieuw leven’ zorgt, omdat de palen onderwater begroeit raken met mossels, zeepokken en andere zeediertjes waar weer vissen op afkomen. Tijdens het heien van de palen laat men onderwater een ‘alarm’ horen, dit zouden bruinvissen en andere gevoelige dieren horen en vluchten. Stel je eens voor je ligt lekker op de zeebodem te ‘chillen’ als je opeens een enorme dreun hoort. Een paal wordt 30 meter de grond in geheid. Kun je het je voorstellen wat er gebeurt als er honderden palen worden neergezet op zee? Toch moeten er in 2023 de windmolens op zee ruim vijf miljoen huizen voorzien van stroom! (bron: Stichting Noordzee) Hoe willen ze dat gaan doen? Ik verdiep mij liever niet in al die plannen, regels en gevolgen van zoveel stalen machines naast elkaar in het grootste natuurgebied van Nederland. Het is nogal een dingetje. Ja we willen zuinige energie, maar nee ons uitzicht moet gespaard blijven. Oef, ik kom nauwelijks nog vooruit. “Slecht weer bestaat niet.” Zeggen ze in het boswachterwereldje, maar ik gok dat wie er nu werkt gewoon achter de computer zit verscholen.
Uiteindelijk stap ik af. Ik ben het zat! Ik moet denken aan een oud klasgenoot die voor de lol een mini windmolentje op haar fiets had gemonteerd. Het zal niet lang meer duren of er staan er honderden van in grotere versie door het hele land. Want wind, dat heeft dit kleine landje genoeg.