Rot eens op!

ROT eens op!

Elke dag kijk ik even omhoog om te zien of de zwaluwen al gevlogen zijn, maar vooralsnog laten ze ons nog niet alleen. Je merkt het bijna niet, maar dan opeens zijn ze weg. Zonder afscheid. Een stil gemis in de lucht. De gierzwaluwen zijn al wel vertrokken, maar de boerenzwaluw vliegt nog altijd sierlijk door de lucht. Mevrouw boerenzwaluw heeft een klein elegant V staartje, meneer heeft een lange V staart en samen met het gezin vangen ze de laatste vliegjes en muggen voor vertrek. Ik noem het altijd een fly-inn restaurant, want een zwaluw vangt duizenden mugjes per dag. Maar opeens zullen ze verdwenen zijn en moeten we ze weer missen. Zaterdag 29 augustus haalden ze nog acrobatische stunts uit in de dreigende lucht boven de paarse heidevelden van de Veluwe, maar hier langs de kust heb ik ze niet meer gespot met deze sterke winden.

De natuur is zich weer aan het klaarmaken om een lange periode in rust te gaan. De vitaminebommetjes voor ons en de dieren in de natuur hangen weer aan de duindoorns en ook de nodige ‘appeltjes’ kleuren weer rood aan de meidoorns. De kleur van je hart en bloed en daarmee verklappen de naar ‘oude muffe appels’ smakende besjes meteen waar ze goed voor zijn. Niet de pitjes doorslikken! Er is nog meer wat rood kleurt in de duinen en er soms wat luguber uitziet voor de passerende wandelaar. Het kan zomaar zijn dat je een damhert spot die vast zit in de takken van een boom. Zijn kop onder het bloed, van de vellen die aan zijn gewei hangen.

Bok zonder zijn bastgewei nog vers – fotografie Esther Tanik ter Veen

De herten zijn namelijk bezig met het ‘vegen’ van hun bastgewei. De bast is een donsjasje om het gewei, wat er al die maanden zo ‘zacht’ heeft uitgezien, te beschermen. De haartjes leken haast licht te geven in het zonlicht. Eind april laten de damherten hun geweien vallen, daaronder zit meteen een nieuw gewei in een superzacht jasje, klaar om te groeien. Hoe groter het gewei, hoe ouder de bok. Tot eind augustus houden de mannen dat fluwelen jasje om hun bastgewei, en het zit vol bloedvaten en zenuwen, dus gevoelig en vol leven. Wat de reden is dat de herten er ook nog niet mee vechten, maar eind augustus komt daar verandering in. Dan sterven de bloedvaten en de zenuwen af, en ‘SHIT… DAT JEUKT ENORM.’ Dat is het moment dat je de mannen met ietwat bizarre ‘kapsels’ ziet lopen. De lappen hangen letterlijk aan het gewei, het jeukt en de bast moet en zal eraf geschuurd worden. De bast wordt terug gegeven aan de natuur en rot weg. Over enkele weken is het ‘leven’ uit het gewei en is het gewei gereedschap geworden om een boodschap over te brengen: “rot op! Dit is mijn roedel en dit zijn mijn hindes.” De bronst is dan begonnen. De vrouwtjes (hindes) wachten op dit moment, ze hebben zich verzamelend om ‘hun’ mannen heen. De mannen die straks kans maken om zoveel mogelijk vrouwen te dekken. Dat gaat met een hoop herrie en stank. Met hun poten en gewei graven ze een kuiltje in de bodem en plassen daarin en rollen zich nat in hun eigen urine. Sterker, ze plassen zichzelf onder. Want, hoe sterker de urine ruikt, hoe meer hormonen het hert heeft en dus meer vrouwtjes om zich heen verzamelt. WAARSCHUWING: don’t try this at home…

Bok met bastgewei – eigen archief

Ondertussen geniet de natuur mee van deze ‘live show’ aan sensatie. Zo vreten de vogels zich vol met gistende bessen van de duin- en meidoorns, waardoor ze als dronken torren… euhh… vogels losbandig het luchtruim kiezen. De een kwettert er nog harder op los dan de ander, het is feest tot over de horizon! Maar de bokken zullen zich er niet aan storen want de zomergasten onder de vogels zijn straks ‘opgerot’ naar het zuiden. Dan keert de rust helemaal terug in de duinen. Het laatste beetje groen verdwijnt uit de bladeren, de energie van de planten wordt opgeslagen in de wortels als voedsel voor een nieuwe start in de volgende lente. De bladeren vallen van de takken, de humuslaag wordt weer aangevuld. Zo worden de bodemdiertjes beschermt. De zandhagedissen zul je niet horen, zij zullen ook spoedig in winterrust gaan. De torren blijven nuchter en graven kleine kamertjes voor zichzelf in de bodem of in het rottend hout. De schimmels en het bodemleven worden weer actief in het bos en zorgen dat het plantaardige afval wordt verteert.

Het leven zelf wordt langzaam gedoofd in de duinen en het duinbos, klaar om het najaar en de winter tegemoet te gaan. Behalve…

Behalve de mens. Wij staan nooit stil, behalve dan als we zo’n bok tegenkomen met een raar ‘kapsel’.

En jij? Wanneer ga jij in ‘rustmodus’?

“Zeg wat kijk je nou, man!” – – bok met vers nieuw gewei fotografie Cor vd Slot

 

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.