De torteltuin van Noordwijkerhout
Tussen de bollenvelden, vlak bij zee ergens in een boerendorp lag er ooit eens een prachtige Engelse tuin. Er waren kleine bruggetjes waarbij je over de reling naar je spiegelbeeld in het water kon turen. Er lagen kronkelende paden en er bloeide allerlei bloemen en planten. Het was een tuin vol verrassingen.
Ik kijk naar een foto hoe ik als klein meisje met twee vlechtjes bij een paaltje sta te wachten tijdens een estafette. Het was ergens in 1996 tijdens een sportdag van basisschool de Prinsenhof. De Engelse tuin werd een verlaten paradijs en langzaam ontfermde moeder natuur zich over dit verloren kindje. Zo groeide de struiken en het klimmop en klonk er jaren lang een treur lied. Niemand kwam meer kijken naar de schoonheid van dit park waar ooit nog veel langer terug dan uit de tijd van het meisje met de vlechtjes, de mensen kwamen genieten van de toen nog frisse lucht.
Nee, niemand keek meer naar de bruggetjes, het water vervuilde en de bodem van de aarde werd bedekt met afval, blikjes en flessen drank. De tuin trok zich terug, maar er waren een paar reuzen die alles hadden gezien. De bomen, zij konden alleen maar hopen dat zij mochten blijven staan. Hun treurlied klinkt nog elke herfst en winter in de wind. Enkele bomen zingen niet meer, zij gaven zich over aan de heftige stormen en liggen nu verloren aan de waterkant. De sloten zitten vol met bagger, want ook het water stroomt niet meer zoals het deed. Er zijn nog steeds een paar reuzen die de hoop niet opgeven, want de natuur neemt, maar geeft zoveel terug.
Inmiddels is de Engelse tuin een paradijs voor vogels en kleine ‘onderkruipers’ en heeft moeder natuur twee buizerds aangewezen als wachters van de Torteltuin. De buizerds kunnen de tuin niet beschermen tegen rare wezens en hun leger van grote machines. Er zijn namelijk geldwolven die voor het grote grove geld kiezen en zichzelf tegoed hebben gedaan aan een stukken versnipperde boom. Een boom wat verwerkt is tot papier. Op dat papier staat dat deze wezens recht hebben om de natuur te mogen verstoren wanneer zij maar willen. Zelfs als dat betekend dat er nieuw leven voor moet wijken. Dit noemt men “een vergunning”, De buizerds miauwen in de wind. Zij cirkelen nog rond boven het verlaten terrein van Noordwijkerhout. Een plek waar zij hun jongen jaar in jaar uit groot hebben gebracht en vliegles hebben gegeven. In de verte klinkt de lach van de groene specht. De vleermuizen komen bij schemer nog altijd vaste prik langs hun “fly-in restaurant” Soms schieten de hazen over het veld. Ik kijk toe hoe een mannetjes specht een vrouwtje het hof probeert te maken. Ook zij dienen te verhuizen.
Het is broedseizoen. Een periode van rust in veel natuurgebieden, maar nee hoor. Straks kraken de laatste bomen en klinken de harde machines. Straks trilt de grond en wordt de Torteltuin omgedoopt tot “Landgoed in den Houte” een cultuur historisch landgoed die in ere hersteld zal worden. Vertellen de informatieborden aan wandelaars. Al meters hogen bramenstruiken zijn verwijderd, maar we kunnen alleen nog maar hopen op de diepdonker paarse smaakvolle Hasselbramen van Pluk van de Petteflat*. Want wie weet groeien die ergens in de Torteltuin van Noordwijkerhout.
*In Pluk van de Petteflat redde Pluk de dieren met Hasselbramen. De Engelse tuin en het verlaten Bavo terrein hebben mij altijd aan dit verhaal doen laten denken. Het terrein is verwilderd en terug gegeven aan de natuur. Dit is het verhaal over het einde van de Torteltuin van Noordwijkerhout.