Als ik iets fascinerend vindt is het wel het feit dat de mens alles wilt verklaren in het leven. Ze zijn de hele dag onderzoek aan het doen naar het onbekende en willen alles weten. De mens wil weten wat er buiten de wereld gebeurt, we willen de sterren en planeten ontdekken, we willen het weer voorspellen en op plekken komen waar nooit eerder iemand is geweest. In de 14e eeuw deed men juist geen onderzoek, je was niet normaal, gek, ongeneselijk ziek als je, je met voorspellingen en onderzoeken bezig hield. Of je was de wijze dorpsman / vrouw die mensen genas met de wetten van de natuur, of je was een heks! Alles wat men niet kon verklaren werd gezien als hekserij. Terwijl er hele natuurvolkeren geleefd hebben volgens de wetten van Moeder Aarde zelf.
Zo komt het vandaag de dag voor dat er nog altijd ‘heksenkruiden’ te vinden zijn in de natuur. Planten met een giftige, geneeskrachtige en of hallucinerende werking. Tijdens mijn excursies vinden we met regelmaat zulke planten. Die vroeger werden verwerkt tot zalf. Nu gaan we naar de dokter, huisarts of ziekenhuis of dokter een enkeling van ons het zelf uit via het wereld wijde (spinnen) web. In de Middeleeuwen was het heel normaal om langs een kruidenvrouwtje te gaan. Zij ‘toverde’ dan een zalf of drankje voor je en wist precies welke kruiden hielpen tegen bepaalde kwalen. Met de opkomst van de religie, het Christendom werd deze natuurkennis verstoten. De heks, het kruidenvrouwtje veranderde langzaam in een vrouw die demonische krachten had. Zij was de duivel. De oogst mislukte, miskramen, ziektes en plagen, de kruidenvrouwen kregen de schuld. De jacht naar heksen werd geopend en langzaam maar zeker ging er steeds meer kennis over kruiden en planten verloren tijdens uitroeien van deze mensen. Heksen waren tenslotte de vijanden van de lokale priesters.
De laatste weken is er massaal in het nieuws dat er steeds meer mensen per jaar in het ziekenhuis belanden. Zij zijn zelf gaan dokteren, zelf gaan plukken en zelf gaan eten. Door de natte zomer, de warmte en vochtigheid zijn er extreem veel paddenstoelen te vinden. De nieuwsgierige aard van de mens komt naar boven, we willen de kennis van vroeger terug halen en weten wat er in de natuur allemaal eetbaar is!
Laat de heksenboter maar staan, deze gele slijmzwam is een bizarre schimmel die zich kan verplaatsen en in één keer heel groot kan worden en dan weer klein. Een heksenkring? Dit blijft een natuurfenomeen voor het oog (lees hier meer over). Heksenmelk, een veel voorkomend plantje wat een irriterende witte melksubstantie afscheid als je het plukt. Dit gebruikte men vroeger om de tering tegen te gaan, maar is zeer giftig. ‘Bloem der heksen’ zo wordt de Doornappel die je ziet als je met mij op excursie gaat ook wel genoemd. Ook paddenstoelen waren vroeger onverklaarbaar en kregen namen zoals: Heksenboleet, duivelsbrood, duivelsei. Heksenkruid stond vroeger in het bos om je op een dwaalspoor te brengen en je te laten verdwalen. Dat dacht men tenminste. Er zijn tal veel planten en kruidensoorten waarvan men vroeger ‘toverdrank’ maakte.
Ook deze kom je tijdens excursie met Moedertje Groen tegen : de zwarte nachtschade, met zijn duivelserwten! En ja hij is familie van de tomaat, want zijn bessen zijn groen, maar worden zwart in plaats van rood! Puur gif en niet onlogisch dat veel mensen allergisch zijn voor tomaat, aubergine of aardappels want sommige delen van deze planten zijn gewoon giftig en behoren tot de familie van de nachtschade.
Dan kijk je toch een beetje met een dubbel gevoel naar je bord of niet?