Ik zie gewoon Sterretjes…

Het is de eerste zondag van het nieuwe jaar, de zon breekt door het gordijn van wolken. Hij verwarmt mijn gezicht, en ik schenk de wereld een lach van geluk. Duizenden meeuwen foerageren in het ondiepe groen grauwe water van de Noordzee. Ik ben niet alleen op het strand, de zon is een vrijbrief voor elke wandelaar, hondenliefhebber en fotograaf om eropuit te trekken, maar ik voel me machtig, omdat ik het geluk heb zo dichtbij de ongerepte natuur te wonen.  Boven zee kleurt het gordijn van wolken donker grijs. De eerste zilte druppels vallen uit de lucht, en het is alsof iemand een douche heeft aangezet. Terwijl ik de regenbui nog een kwartiertje geef om écht los te barsten, verschijnt er een prachtige heldere regenboog boven zee. 
 
Ik struin langs de vloedlijn, een lopend buffet voor zeevogels en mijn hond Luna die af en toe de inhoud van een Zwaardschede achterover tikt alsof het oesters zijn. Ze is niet kieskeurig, maar de honderden zeesterren? Die dienen slechts als een zilte lolly voor de tong. Logisch, wanneer je de inhoud van een zeester kent. Geen delicatesse. Ik kan het weten, deze stekelhuidige lag op mijn bordje toen ik destijds een docenten biologie opleiding volgde. Ik wist mij geen raad, en met mijn scalpel maakte ik voorzichtig een snee en knipte het ‘ding’ open. Een oranje gele smurrie vond zijn weg naar buiten, ik had per ongeluk de darmen geraakt. Elke arm van een zeester bestaat uit een lange sliert mini ballonnetjes, zijn darmen. Daarnaast heeft het dier nog enkele zenuwen en flink wat spieren. Zijn mond zit aan de onderkant, zijn anus aan de bovenkant, daar tussen in zit zijn maag. Mes en vork? Nee joh. Zijn mond, is ook zijn kont en hoe ik op een nette manier zijn voortplantingsorganen moet omschrijven heb ik even geen idee van, deze zitten langs de buiten randen rond de darmen. Wie goed kijkt ziet zijn ‘zeefplaat’ hiermee zeeft en zuivert hij het zeewater, tevens ademt hij met zijn huid.
     Laten we hem even omdraaien, kijk. De rode pijl geeft zijn mond aan, die zit nu echter goed verstopt. De blauwe cirkel geeft één arm aan met zuignapjes. Deze zuignapjes zijn extreem gevoelig en sterk, hiermee ‘struint’ de Gewone Zeester over de zeebodem. Met een topsnelheid van 2 km per uur! Heeft hij helaas nog geen enkele gouden medaille gewonnen 😉
 

Maar de Gewone Zeester is een meester in worstelen! Hij eet het liefst mosselen, en dan wel zonder zijn handen te gebruiken. Hij kruipt met al zijn armen over de mossel, hij sluit de schelp en dan is het een kwestie van wachten, want de mossel krijgt geen vers water meer naar binnen. Na pas een paar uur geeft de mossel het op en laat zijn bovenste schelp los. Het weekdiertje blijft over. De zeester spuugt  zijn maag uit, en verteerd het voedsel BUITEN het lichaam. De rest wordt als zonde voeding het lichaam in geslurpt/gezogen. Met deze eet gewoontes overleefd de Gewone Zeester al meer dan 575 miljoen jaar. 

Dus, is de zeester nog wel zo gewoon? Een ding weet ik zeker, de sterren van de Noordzee blijven voor iedereen bijzonder.




Liefs,

Moedertje Groen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.