Goed… Het is de hele dag donker. Ik denk terug aan vorige week, toen er een dikke deken van mist boven het eiland hing. Mijn laptop staat op de keukentafel en een brandt een lichtje in de keuken. Verder is het donker in huis en buiten. Plotseling hoor ik het vrolijke riedeltje van Robin. Vanuit mijn ooghoeken zit het vogeltje op de deurpost van de keukendeur. Kennen jullie het oude liedje ‘Roodborstje tikt zachtjes tegen het raam?’ Roodborstjes zijn normaal erg territoriaal, ze kunnen in autospiegels en reflectie van het glas zichzelf aanvallen. Dit vogeltje niet. Plotseling herken ik hem, het diertje heeft een kleine ‘schoonheidsfout’ een wit veertje op zijn oranje borst. HIJ IS TERUG (lees hier het verhaal van vorige jaren) en komt op visite. Ik weet het, misschien is het wel een andere Robin. Maar het gezang is een mooie afsluiting van een regenachtige schrijfdag… Of ik even wil opschieten met voeren. Ik haast mij de regen in, op mijn sokken. In mijn handen heb ik een beetje zonnebloempitten en havermeel. De kleine smult en we zijn weer vriendjes.

Wad een pech… De zee is weg!
… Er zijn van die dagen dat het lijkt alsof de wereld om jou heen haar glans en kleur heeft verloren. Dat de moed je in de schoenen zakt bij het lezen van het nieuws of dat je wilt verdwijnen in je eigen veilige bubbel. Soms worden die gevoelens extra versterkt wanneer het weer je emoties weerspiegelt. Afgelopen week was zo’n moment. Toen heel het land werd verwarmt door het licht van de najaarszon, behalve het meest noordelijkste puntje van Nederland: Schiermonnikoog. Er ontstond een eiland, ver weg van alles en iedereen. Zonder zee, zonder geluid, zonder wind. En daar in het diepte punt van grijs zat ergens in zekere zin een schoonheid verborgen. Piep klein, zo klein dat ik er echt naar opzoek moest gaan. Dat ik dwaalde over de dijk, door de jachthaven, langs het strand en door het dorp opzoek naar een geluksmomentje…
De meningen over leven op een eiland zijn heel divers de meeste mensen vinden het heerlijk om er te komen wandelen en wat vitamine zee op te doen. Veel toeristen gaan met weemoed terug de boot op. Andere mensen moeten er niet aan denken om langere tijd op een eiland te leven. Ze voelen zich er op gesloten met die paar veerboten die per dag varen. Laat staan dat de veerboot, de Waddenzee en het eiland niet eens meer zichtbaar zijn door de dichte mist. Een verborgen wereld.

Doodstil was het. Er kwam haast geen zonlicht door de grijze massa. Zoals in september oktober wel het geval was toen de ochtenden begonnen in een deken van mist, maar de warmte van de zon de wonderlijke wereld snel liet oplossen. Nee. Ditmaal was anders, een voorbode voor de donkere dagen voor Midwinter. Er was niets mysteries aan, enkel triest. In die trieste emoties wilde ik toch opzoek naar schoonheid en dus stak ik de Heereweg over richting de dijk en de jachthaven. Er ontstond een niemandsland. Vanaf de dijk zag ik het dorp niet meer, alleen de weg ernaar toe. Ik kon niet vooruit kijken en niet achteruit en werd gedwongen om te leven in het nu. De kale bomen langs de Oosterreeweg en de rest van het dorp gaven het zicht en de diepte aan.

Het verdwaalde goudhaantje in de grote veerhaven.
In de veerhaven had je geen bomen ter oriëntatie. De mistlamp werd aangezet, maar dit licht was slecht zichtbaar vanaf zee. De aankomst van de veerboot was ook niet meer zichtbaar, zelfs niet met mistlampen aan. Vanuit de mist leek de veerboot een gevaarte! Groot met een felle lamp kwam het toch op tijd de haven binnen.
Ook de natuur heeft goede ingebouwde navigatie als het gaat om de weg vinden. Voor de allerkleinste is de dichte mist echter wél een extra uitdaging. Het Goudhaantje, ons kleinste vogeltje van Europa, bezocht deze weken massaal het eiland. Goudhaantjes wegen slechts vijf gram en trekken vanuit het hoge noorden richting Nederland. Plekken zoals de Waddeneilanden zijn belangrijke rustgebieden voor deze ukkies. Deze vrolijke vogeltjes doen dat in grote groepen, want als je zo klein bent moet je steun zoeken bij elkaar. Goudhaantjes leven graag hoog in naaldbomen, maar tijdens een oversteek in de dichte mist namen sommige een verkeerde afslag. Overal op het eiland waren de vogels van heel dichtbij te horen en zien. Op de meest gekke plekken kwam je ze tegen. Helaas strandde enkele goudhaantjes per ongeluk in de veerhaven. Waar geen boom te vinden is. Hier hebben ze een paar dagen kunnen uitrusten op de grond (goudhaantjes zijn bijna handtam) en kon je heel dichtbij ze komen. Eenmaal terug op kracht gekomen trokken de meeste dieren verder. Gelukkig hadden ze in de ruige veerhaven niet veel vijanden.
Ik liep de hele haven uit, naar de laatste steiger. Vanaf hier was pas goed zichtbaar hoe grijs en mistig het was. Vanaf het eind van de steiger verdween het havenpaviljoen Wadanderz in de mist, maar ook de zee was niet zichtbaar. De haven is leeg, omdat het seizoen ten einde is. Een tijdelijke bezoeker startte zijn motor en verdween op het spiegelgladde water van de Waddenzee. Je moet wel goede navigatieverlichting en apparatuur hebben wil je zo’n oversteek veilig kunnen maken. De schipper leek er niet van onder de indruk en verdween in de stilte.

Paar wilde eenden op het water van de Waddenzee.
Ook aan de kant van de Noordzee leek de wereld op te houden met bestaan. Er klonken geen golven, er was geen ruis van het getij en er was geen strand zichtbaar. Niets. Je moet er echt tegen kunnen om in zo’n geïsoleerde wereld rond te wandelen. Voor mij had het niet lang moeten duren. Deze 48 uur leek ik te zijn opgesloten met mijn eigen emoties. De zangvogels in het bos waren stil, de waddenvogels waren niet te horen. Alleen het geluid van de vele ganzen in de polder drong nog door over de Hereweg. Bussen en graafmachines leken vanuit het niets op gigantische monsters, hun mist en koplampen waren pas op tientallen meters afstand zichtbaar. Goed, gauw terug richting het duin. Misschien dat ik daar nog wat schoonheid zou vinden.
Jahoor… De natuur zou de natuur niet zijn, ongetemd en puur als zij toch niet ergens een verborgen parel verstopt heeft in de mist. Tussen de stekelige wilde sleedoorn bloeide één enkele bloem. Ze leek van glas, puur en kwetsbaar omhuld in een laagje van mistdruppels. Zo zie je maar: ook als je humeur net zo grijs is als de lucht hoef je alleen maar naar buiten te gaan! Er komt altijd weer wat op je pad. Zelfs als je de mist in gaat, kom je schoonheid tegen… Letterlijk dit keer.

Sleedoorn bloesem in november






Leuk Tessa wat een mooi verhaal. Bijzonder om Schier in deze tijd zo te zien!
Altijd fijn om weer even terug op Schier te zijn:)