Buiten slapen is iedere nacht een nieuw avontuur. Een test voor mijn zintuigen en emoties. In mijn eerste boek In verbinding met de natuur kun je al veel lezen over waarom en hoe ik buiten slaap. 20 juni was het de langste dag en gelukkig bleef de voorspelde onweer uit. Tot het Sint Jansfeest op 24 juni sliep ik buiten. Na 24 juni worden de dagen langzaam korter. Een wenteling die je het beste kunt voelen en meemaken als je fulltime buiten bent, tussen de planten ligt en dieren observeert.
De nachten zijn nu betoverend mooi. Fenomenen zoals lichtwolken, vurige zonsondergangen en een prachtige opkomst van de (volle) maan maken de nachten tot een feest! Dat zorgt voor kleine oogjes en wallen, maar op een of andere manier rust mijn lijf net zo goed uit als in een bed. Er valt mij altijd één ding op. Het lijf is moe en zwaar als ik in een bed wakker word. In bed slaap ik diep, lang en vaak word ik moe en brak wakker. Zodra ik een geluid hoor ben ik wakker en val ik niet meer in slaap. De mens kan in de nacht ook zoveel herrie maken! Eenmaal wakker en het feestje in mijn hoofd kan beginnen, waardoor de gekste dingen te binnen schieten en herinneringen en slapen niet meer lukt.
Buiten slaap ik kort, heel licht en ben ik ieder uur wakker. Ook van geluiden word ik wakker. Het is een soort roes waarin ik mij begeef. Als ik slaap dan is het licht en kort. Zoals een dier. Onbewust blijft het lichaam waaks denk ik. Ik ben vroeg wakker en sta ook vroeg op. Er is geen pijn, geen zwaar gevoel en minder vermoeidheid. Wel moet ik in de middag een korte powernap(siësta) doen om de dag verder door te komen. Wanneer ik in een bed slaap maak ik al gauw nachten van 9 a 10 uur. Als ik buitenslaap zijn dat gemiddeld 3 a 6 uur. Afhankelijk van het seizoen, want ik ga pas slapen na zonsondergang. Een groot verschil, wat mij betreft mag dat verder wetenschappelijk onderzocht worden. Wat doet buitenslapen met je hersenactiviteit? Het lichaam en je gemoedstoestand? Bij mij in ieder geval extreem veel. Mijn zintuigen worden enorm aangescherpt, mijn emoties verbeteren, er is meer inspiratie en minder onrust in het lijf. Buiten slapen gaat meestal in combinatie met nog minder gebruik van elektronische apparaten en de wandel en fietstocht naar een geschikt ‘hol’. Ik denk dat die factoren van belang zijn voor een gezond lijf.
Hieronder lees je stukje van mijn nachtelijke ervaringen, mijn slaapplaatsen blijven geheim en daarom omschrijf ik in dit verhaal niet mijn omgeving. Helaas zonder foto’s, want sommige dingen kun je niet ‘vangen’ in een foto.
Het is 22 juni, rond 3:00 uur is de maan vol maar ze wekt mij al rond middennacht. De volle maan wekt mij altijd, zodra ze opkomt . Vandaag is dat rond 00:30 uur. Ook als ze niet mijn slaapplek verlicht voelt het of iemand zich over mij heen buigt en naar mij zit te staren. Ik open mijn ogen en zie vanuit het oosten de maan opkomen. De horizon kleurt oranje, in de verte hoor ik de padden kwaken. Het is even na middennacht en hierdoor is het bijna ‘donker’ buiten. Voor éven dan, want echt donker wordt het vandaag niet. De maan is gigantisch groot en kleurt okergeel tot vurig oranje. Aan de linkerkant van de maan kleurt een streepje fel geel licht. De maan komt snel op, kleurt vuriger en lijkt te zijn ‘omgevallen’ in het heelal. Ze ligt schuin op de horizon. Over enkele uren is het écht volle maan, al leek dat gisteren al zo. Rond 2:00 uur verdwijnt ze voor mij achter de bomen, maar de kleuren blijven nog goed zichtbaar. De bosuil vrouw en haar takkelingen laten zich goed horen. Aan de rand van het bos, lig ik onder een laag bosschage. Boven mij fladdert een takkeling een uur lang heen en weer. Het slapen heb ik opgegeven, ik plak aan alle kanten in mijn deken. Het is een warme nacht en ik lig te beschut om het zachte briesje over mijn lijf te voelen. Voor de grap doe ik een mannetjes bosuil na, niet dat ik dit zo goed kan, maar genoeg om het dier erop te laten reageren. Ze zitten nu enkele meters boven mijn hoofd. Ik kan ze niet zien, maar aan hun geluiden ontkom ik niet.
3:30 uur de maan is steeds witter aan het worden, de oranje gloed verdwijnt en ze staat inmiddels ver boven mij. Het wordt weer ligt buiten. Een paar vroege vogels beginnen al met fluiten. Rond 4:30 uur is het ochtend. De natuur ontwaakt. Vleermuizen beginnen aan hun laatste jachtronde. Ik sta altijd te kijken van hun vliegkunsten. Vliegen kun je het niet noemen, maar fladderen ook niet. Ze maken loopings, en keren razendsnel een andere richting op. Ik ben blij ze te zien. Een zomergevoel. Dankbaar ben ik om ze te zien jagen. Zo dichtbij boven mijn hoofd.
Rond 5:30 uur kruip ik uit mijn nestje. Het is een warme nacht geweest. Ik denk rond de 15 a 18 graden, maar ik moest zuinig zijn met het mijn drinkwater. Ondertussen verfrist de ochtenddauw de planten, ik was mij ermee. Het was een klamme, maar vochtige nacht. Ik merk dat Luna ook vochtig is, er zit zelfs slakkenslijm op haar vacht. Zou ze het gevoeld hebben?
Als kickstart fiets ik in stilte gauw naar de moestuin voor frambozen en bessen als ontbijt. De planten krijgen van mij flink wat te drinken. De suiker in de bessen zorgt dat ik met de hand wat gieters kan pompen zonder flauwtjes te worden en dan fiets ik door naar een rustige strandafrit. Om 6:30 uur lig ik in zee. Een kalme zee wast het zweet van mijn lijf. Het is laagwater. Visdiefjes zijn al aan het jagen naar sprotjes. Ze maken vanuit het niets van die prachtige snoekduiken. Het is heerlijk om onderdeel uit te maken van die grote zee. En verder helemaal niets. Rond 10 uur vertrek ik van het strand en het voelt alsof ik er al een dag heb opzitten.
Pas ergens in het holst van de nacht lijkt de mens even te verdwijnen. Geen knallende motoren meer, geen vrachtwagens op de weg. De autobanen lijken éven ‘hun kop’ te houden. Het is van zéér korte duur, want rond 5:00 uur verknallen de zeer laagvliegende vliegtuigen de rust.
Maar ik was er even, alleen met de maan. In rust en alleen met mijzelf en mijn gedachten mag ik de dag beginnen. Een moment vol dankbaarheid. De rest van de warme dag staat de maan vaag boven zee. Ze is nog lang zichtbaar, maar haar schoonheid van vannacht zullen niet veel mensen bewonderd hebben. Ik knik naar haar. ‘Ons geheimpje?’ en ze straalt terwijl ze ‘onder’ gaat.
Wat dapper dat je buiten slaapt, ben je nooit bang?
Bang voor wat precies Ellen? In Nederland aan de rand van het duin hoef je in ieder geval niet bang te zijn voor wilde dieren. Wel voor loslopende mensen wellicht. 😉
Maar in mijn eerste boek lees je wel een verhaal over wat angst in mijn hoofd doet tijdens het slapen in een donker bos en hoe dat afloopt…
Mooi beschreven Tessa!