Ik wandel dagelijks een rondje door mijn achtertuintje. Zover je het wandelen kunt noemen. De tuin ligt op het zuiden met een oude muur die als afscherming dient tussen de straat en mijn groene oase. Die muur brengt half zon, maar ook schaduw met zich mee. Een mooie plek voor stinzenplanten, zoals de daslook, bosanemoon, boshyacint en bijvoorbeeld de bostulp. Dat ‘wandelen’ ziet eruit alsof ik mijn contactlens kwijt ben. Met mijn hoofd naar beneden gericht beweeg ik mij door de tuin. Iedere keer ontdek ik weer iets nieuws. Ik voel aan de zachte bladeren van de herfstanemonen die momenteel opkomen, verwonder mij over de harige witte knoppen aan de krentenboom en kan niet wachten tot de appel en kers bloeien… Tijdens al die verwondering kom je genoeg schoonheid tegen. Zoveel ontluikende planten in een tuintje van max 7 meter diep.
Vandaag betrapte ik deze bostulp en bosanemoon op heterdaad, ze hadden een intiemmomentje.