Het gaat niet alleen om de paarden en de weilanden. Laten we eens inzoomen en kijken naar het geheel. Wat leeft er in de weilanden? Wat zou er gebeuren als dat geheel totaal verdwijnt? De natuur kan niet spreken en daarom omschrijf ik het leven rond de paardenweides en volkstuinen. Die wereld is groter dan je denkt. Of eigenlijk…’kleiner’. De volkstuinen vormen niet één voedselweb, het zijn allemaal kleine eilandjes (één volkstuin is één eilandje) die samen een groot eiland vormen: alle volkstuinen bij elkaar.
Hier kun je de hommels horen zoemen, de wilde bijen komen maar al te graag nestelen in holletjes in het zand, of in een van de insectenhotelletjes. De metselbij bijvoorbeeld, zijn naam doet hij echt eer aan. Met spuug en zand metselt zij haar holletje dicht. De egel doet zich tegoed aan slakken en de muizen nestelen in hun holletjes om daar hun kroost groot te brengen. De muizen trekken roofvogels aan: de torenvalk laat zich dagelijks zien in zijn territorium. Hij kan ultraviolet waarnemen, een kleur wat voor ons mensen niet zichtbaar is. Hierdoor kan hij het ‘doolhof van urine’ wat de muis gebruikt om zich te oriënteren haarscherp zien. De valk hangt stil in de lucht boven onze tuinen en maakt dan een duikvlucht om net enkele meters boven de tuin weer stil te hangen op zoek naar zijn prooi. Ook huizen er vlak bij onze tuinen buizerd en sperwer paartjes die zich graag laten zien en horen aan ons.
Iedere dag is het een feest voor kleine vogeltjes zoals het winterkoninkje, de roodborst en de grasmus die zich prima kunnen verschuilen in de bessenstruiken. De mooi opvallend gekleurde putters en vinken snoepen in het najaar van de zaden. Het is een genot voor oor en oog, de roepjes van de rood met geel zwarte jas van de putter, of de oranje borst van de appelvink.
Enkele minuten na zonsondergang komen tal van vleermuissoorten te voorschijn, waaronder zeldzame (en wettelijk beschermde) soorten. Zij nestelen zich overdag graag in spleten van huizen in de buurt, de bunkers in het duin, onder de dakpannen van oude stallen of in holtes van enkele bomen. Al die bloemen trekken duizenden nachtvlinders aan, een lekkernij voor de vleermuizen. Tussen die nachtvlinders zit ook de vlinder van de eikenprocessierups. De vleermuizen leveren dus een belangrijke bijdrage aan de natuurlijke bestrijding van eikenprocessierups. Soms kan een vleermuis wel tien kilometer vliegen om vanaf zijn rustplaats bij zijn ‘restaurant’ aan te komen. Er zijn soorten die speciaal naar de paardenweitjes en moestuintjes komen om te foerageren.
Onder de stenen en boomstammen rusten padden en salamandertjes, sommige soorten zijn zeldzaam en wettelijk beschermd. Ook voor hun is het ‘moestuineiland’ een fantastisch hotel. Slapen onder een steen, opwarmen in het zonnetje tussen de vele heggetjes van bessenstruiken en peuzelen van de kleine bodemdiertjes zoals slakken, pissebedden en wormen. Daar helpt de egel ook graag aan mee. Onze trouwe slakkenbestrijder zien we maar al te graag scharrelen.
Juist nu er zoveel betegelde ‘tuinen’ en stenen gebouwen zijn (met maar weinig groen) en er steeds meer tegels bij komen, zijn de noordwijkse moestuinencomplexen een ‘eilandjes van serieuze betekenis’ geworden. Er groeien kruiden, die de meeste mensen uit hun tuinen willen weren. ‘Onkruiden’ noemt men deze, maar deze ongewenste planten trekken toevallig wel heel veel insecten aan. De brandnetel bijvoorbeeld, op één brandnetel kunnen eieren van meer dan vier soorten vlinders zijn gelegd. De onkruiden trekken bladluizen aan die lieveheersbeestjes, gaasvliegen en sluipwespen aantrekken. Dit zijn natuurlijke ‘gewasbeschermers’ voor de tuin, want deze roofdieren zorgen ervoor dat er geen plagen ontstaan. En zo hoor je op de tuinen op een zwoele zomerse avond een concert van een mannetjes krekel die het podium heeft beklommen om te lonken naar een vrouw. Tussen al dat gezang klinkt ook de cicade die ook zijn zegje wilt doen. Wanneer ze uitgezongen zijn en het luchtruim kiezen, vormen ook zij een lekkernij voor de vleermuizen.
Voel je hem al aankomen? ‘Het eiland’, zo’n moestuinencomplex is een niet zomaar een plek waar wij mensen onze groente verbouwen. Het is een plek waar mens en dier nauw samenwerken: leven vlak naast elkaar zonder zich aan elkaar te ergeren. Een plek waar dieren ongestoord kunnen leven, jagen, rusten, een partner vinden, en zich voortplanten. Het is een plek van eten en gegeten worden. Dat noemt men een ‘ecosysteem’, maar het prachtige aan natuur is dat in een ecosysteem, zich ook weer kleine ‘eilandjes’ vormen. In het najaar is het overrijpe fruit een delicatesse voor vlinders en wespen. In de uitgebloeide bloemenstengels overwinteren insecten die daar ook hun eieren in leggen. Iedere keer als ik iets wilt oogsten ontdek ik weer dat ik eigenlijk zelf te gast ben in mijn eigen natuurlijke moestuin. Er krioelt zoveel kleins, wat samen een groot geheel vormt. Zonder al die kleine diertjes, zou er nauwelijks natuur kunnen zijn en zou de natuur pas echt een rotzooi zijn, want wie ruimt dan al het dode materiaal op? Een ecosysteem is dus ook een plek waar wij als mens van kunnen leren. Ondanks dat men vaak denkt dat we bovenaan de voedselketen staan, is de mens als soort zelf ook natuur (we eten, poepen en doen aan soortbehoud, niet anders dan al het overige leven op aarde!) en zijn we in feite één met zo’n ecosysteem. De mens is slechts een pionnetje van het grote geheel. Stel je alsjeblieft meer bescheiden op en sta hier maar even bij stil, wanneer je de volgende keer weer langs onze volkstuinen komt. Je zult je gaan verbazen, dat is zeker!
Dus nogmaals de vraag: Waarom?
Wil jij ons helpen? Alleen deze week kan de petitie nog worden ondertekent. Je kunt via deze link naar de online petitie. Namens alle honderden betrokkenen alvast enorm bedankt.
https://www.petitie24.nl/petitie/3318/sta-op-voor-het-behouden-van