Dit is een verhaal over ‘mijn laatste dag’ van het jaar, die ik in stilte zonder al te veel voedsel doorbreng in het bos, met dit keer wel heel bijzondere vriendschap.
Terwijl de ijskou trekt aan mijn lijf, zink ik steeds dieper weg in het hoofd. Mijn hartslag zakt en voelt rustig. Er is niets, en toch is er alles. Er is een leegte, en toch is de ruimte gevuld. De adem die ik uitblaas vormt kleine wolkjes in de lucht en ik merk dat ik het plezierig vind om mijn eigen adem over mijn lippen te voelen. Ergens voel ik in mijn buik dat ik trek heb, maar de honger is niet belangrijk meer.
Het enige wat ik ervaar is dat gevoel van diep in en uit ademen en voor mij uit zitten staren. Het heeft mij 2 uur gekost om in deze “rust” te belanden. De gedachten nemen het vaak over, maar ik weet dat er een punt komt waar de stilte mij omarmt en ik mijn omgeving respecteer. Dát punt is een kick een gevoel van rijkdom en eenzaamheid tegelijkertijd. Uiteindelijk vervagen alle songteksten, gedachten, gepieker en de mensen aan wie ik op dat moment denk en wordt het helemaal stil.
Ik heb mijzelf in de bivakzak geschoven en als een mummie gewikkeld in een wollen deken. Het is een aangename plek. ‘Mijn’ boom doet mij denken in een luxe kuipstoel, het is er een met een mosgroene armleuning die mijn hoofd heerlijk kan ondersteunen. Zo kan ik vanuit een trans staren naar de silhouetten van de bomen boven mij, maar er is iets bijzonders vandaag. Luna is mee. In eerste instantie is een stilteplek in het bos niet zo geschikt voor een speelse, waakse labrador, maar Luna zou Luna niet zijn als we elkaar aankijken en begrijpen. Ik fluister naar haar dat het oké is en na enkele minuten geeft ze zich over, haar waakse alerte houding verdwijnt en ze komt als een warme deken boven op mijn bivakzak liggen. Met een diepe zucht valt ze in mijn armen in slaap. Af en toe staat ze op en houdt ze een andere plek van mijn lijf warm, tot ze uiteindelijk haar kop tegen mijn borst legt en zich onder mijn arm nestelt. Op het moment dat zij zelf begint te rillen van de kou, dekte ik haar toe met mijn cape en zo liggen wij. Samen. In een groot bos, waar niemand ons kan horen of zien. De meest trouwe liefde die er maar bestaat. Plotseling spitst de dappere dodo haar oren, een gil echode enkele minuten door het bos. Het was de roep van de zwarte specht boven ons. Voor Luna zijn dit soort bosgeluiden onbekend en een kleine grom klinkt er van achter uit haar keel, ze kan er niks aan doen. Zo beschermend als ze is over haar vrouwtje. Ik voel haar hartslag en adem rustig verder. Deze stilteplek heeft mij geleerd hoe dierbaar en bijzonder het contact is met mijn hond. Geborgen en puur, staat zij mij al 8 jaar bij in het leven. Ik mag haar lezen en schrijven, begrijp iedere beweging van haar en ogen om van te smelten, wanneer ze met haar goud oranje bruine ogen en opgetrokken wenkbrauwen mijn emoties leest. Ik voel mij al jaren volkomen beschermd, samen struinen wij door het leven. Terwijl ik haar zachte oren kroel val ik langzaam in slaap, ergens diep in het bos zijn wij samen één.
Enkele uren later begint de kou knagen. In ‘slow motion’ pak ik mijn spullen, het leven lijkt zich vertraagt af te spelen. Met Luna onder appèl struinen we terug richting ons kamp. Bij aankomst tref ik niemand en maak in stilte het mooiste sterkte vuurtje van 2019. Terwijl de vlammen dansen en het vochtige hout knettert, staar ik eindeloos in een zee van warmte. Er is niets, want er hoeft niets te zijn. Vervreemd van de buitenwereld en toch voelt het als thuis komen. Dansend met mijn grote vriend in mijn hoofd. Het is grappig hoe het afgelopen jaar de stilte mijn beste vriend en vijand tegelijk is geworden, maar ik respecteer hem. Wetende dat hij, wanneer ik dat wil achter mij staat. Met de stilte om je heen ben je nooit alleen.
Het is even voor 12 wanneer ik aftel in mijn hoofd en terwijl de kerkklokken de stilte verbreken begint er een nieuw avontuur voor ons allemaal.
Een warm, avontuurlijk 2020 gewenst.
Liefs,
Moedertje Groen