Het is hartje winter. De natuur is in winterslaap. De struiken zijn levenloos, de bomen zijn kaal, maar wie goed kijkt ziet de kleinste wonderen. Je kan zien dat de eerste knopvorming al ontstaan is, maar er is nog iets te spotten tussen de takken. Luister eens? Hoor je dat gepiep? Een hoog deuntje? Nee, dat is niet een Nokia mobieltje. Al zou dit vogeltje best in je zak passen. Het weegt slechts 5 gram en is maar 8,5 centimeter lang. Ik heb het hier over het kleinste vogeltje van Europa: Het goudhaantje.
Een vrolijk en actief vogeltje, maar moeilijk te spotten. Maar nu Koning winter zo over Europa regeert zijn veel Scandinavische Goudhaantjes aan het overwinteren in Nederland. Dus klinken er weer vrolijke Finse, Zweedse of Deense vogelwijsjes uit de bosjes, want ook de pimpel- en koolmees komen vaak buurten in Nederland. Laten die mezen soorten nou net beste vrienden zijn met elkaar. Hoe ging dat spreekwoord ook alweer? Beter een goede buur, dan een verre vriend? Wellicht is dit niet helemaal aan de orde bij vogels. 😉
Ik spotte laatst in het beboste deel van Noordwijk dit vogeltje en mijn hart smolt meteen. Ondanks de vrieskou moest ik even blijven kijken naar het vrolijke heen en weer gewiebel. Wellicht maakt dat hem extra schattig. Wanneer je hem dan ziet, zo’n ‘kleintje’, tussen de mezen met stropdasjes en blauwe petjes op, dan maakt zijn gele kuif hem extra stoer en schattig tegelijk. Al mag ik geen menselijke eigenschappen toe-eigenen aan dieren. Dan spreken we weer van antropomorfisme, maar de mens is al snel geneigd iets wat “fluffy” en klein is schattig te noemen.
Door de kou zetten veel vogels hun veren op. Dit is vaak duidelijk te zien bij roodborstjes en merels. Onder hun verenpak dragen ze een natuurlijk bontjasje, hiertussen blijft lucht zitten die hun lichaampjes verwarmd. Omdat goudhaantjes zo klein zijn hebben ze in de winter veel energie nodig om warm te blijven. Op een koude nacht verliezen sommige wel 20% van hun lichaamsgewicht. Dat is echt absurd veel. Overdag eten ze daarom zeker drie keer aan hun eigen lichaamsgewicht.
En dan volgt nu het vogelmenu: Het beste waarmee je rond deze tijd de vogels in je tuin een handje helpt zijn meelwormen. Daar zitten super veel gezonde vetten, eiwitten en andere voedingstoffen in voor onze gevleugelde vriendjes. Neem zelf ook een handje, lekker “crunchy” en ze bevatten genoeg ijzer en vitamine B om het stukje vlees op je bord te vervangen. Gebruik je liever geen meelwormen, smeer dan vogelpindakaas aan de boom. Vogelpindakaas is minder vet en zout dan gewone pindakaas. Een ongezonde snack voor de vogels is witbrood, dat bevat weinig voedingstoffen voor vogels. Merels eten graag stukjes appel en rozijntjes; roodborstjes zijn dol op havermout; mezen die hangen graag aan een vetbol of doorgezaagde kokosnoot en iedereen is blij met zonnebloempitten of gemixt vogelzaad. Met deze temperaturen is elk vogeltje blij met een lekkere snack. Voornamelijk jonge vogels waarvan dit hun eerste winter is zijn blij met jouw handje hulp. Hang voer nooit op één plek, in de vogel wereld is er namelijk rangorde of ook wel pikorde. Merels en duiven eten graag van de grond, daarna heb je de kleinere vogels die op hun beurt de restjes opruimen van de grote vogels. Als je dan toch lekker zit te genieten doe dan mee met de nationale tuinvogeltelling volgende week op 28 & 29 januari.
Klik hier voor meer informatie over de tuinvogeltelling en voor prachtige foto’s en geluiden van het goudhaantje klik hier.