Lessen voor tuinders.
Leestijd: 7 min

Een klein stukje van de groene oase ak jungle tuin.
‘Elk heeft in zijn eigen tuin genoeg te wieden.’ Een bekende uitdrukking, wat betekent dat men genoeg heeft aan zijn eigen problemen en zich niet met die van een ander hoeft te bemoeien. Een wijze uitspraak. In de vakantieperiode heeft ieder zijn of haar eigen problemen en lijkt het of het ‘nieuws’ op pauze staat en de problematiek van de wereld er even niet te zijn. ‘Mij-niet-bellen’ ik heb vakantie! Maar in die vakantieperiode vergeten veel mensen het wieden van hun eigen tuintje, waardoor ze na hun vakantie in hun eigen jungle terecht komen en nog harder moeten werken om eruit te komen. Letterlijk en figuurlijk, want komt de mens nog wel tot rust?
Wieden betekent niet alleen het verwijderen van onkruiden, maar eigenlijk letterlijk het schoonmaken van iets. Dus je kunt gerust zeggen dat je op vakantie gaat om te wieden! Met die intentie ben ik laatst mijn moestuin gaan wieden. Toen ik om mij heen keek zat ik lager dan de bloemen en planten. Alles steeg boven mij uit, zowel letterlijk als figuurlijk wist ik niet meer waar ik moest beginnen.
Hoe vol stond mijn tuintje eigenlijk? Zo werd het wieden een prachtige metafoor om toe te passen in mijn leven. Wat wil ik opruimen? Wat laat ik staan? Wat zijn de juiste planten voor mij en op welke plek wil ik zaaien? Als je niet op tijd begint met wieden dan blijf je bezig. Dus ploeter maar gerust even in de jungle van je hoofd en wandel door het tuintje in je hart. En naast al dat harde mentale werken gaat ook het fysieke werk door…

Het zwarte plastic en worteldoek om kruiden te onderdrukken worden in beslag genomen door de natuur. Groen viert feest! Er zit niets anders op dan het handmatig aan te pakken.
Wieden, wieden, wieden…
Wieden betekent dat je ongewenste planten met je handen weghaalt. Een topsport voor menig tuinder. Soms vraag ik mij af waarom ik het nog doe. Na een paar uur wieden en liters zweet weet ik het antwoord: Niet voor de natuur, maar voor mijzelf. Dat lege stukje grond, daar is de natuur niet voor gemaakt. Alles in de natuur mag bedekt zijn met groen, maar mijn hoofd? Die is na een bedje schoonmaken weer lekker opgeruimd. De tuin heeft mij niet nodig, ik heb de tuin nodig!
Na een periode van niets doen sta ik toch maar weer tot mijn knieën tussen de uitgebloeide velden van onder andere klaproos, gele kamille en bolderiken. Hupsakee handjes in de aarde. Ik knip de rijpe voedzame zaden van de smalle weegbree af om ze te oogsten voor de winter en begin met het verzamelen van bloemenzaden. De helft vergeet ik te oogsten. Ze zullen zichzelf weer uitzaaien en kiemen volgend jaar weer. Tijdens het wieden moet ik selectief zijn, want ik kom allerlei wilde kruiden tegen die spontaan zijn opgekomen. Wie haal ik weg? Wat is het effect ervan op lange termijn en wie wil ik dat er blijft? Het scheelt mij weer zaaien.
Daar komen de drie regels: een plant laat zich niet sturen, de tuin wint altijd en natuur doet wat ze wil. Dus waarom moeite doen? Ze mogen blijven die planten op ‘pootjes’, want ze hebben zo hun best gedaan om heel eigenwijs op die plek te gaan groeien waar ze niet welkom waren: midden tussen de groente. “Zo jij dacht dat je van mij af was? Nou, dan ga ik lekker HIER groeien. Dan zie je mij tenminste wel staan.” Misschien weten ze dat ik te lief ben voor ze en ze niet wegstuur? Later in het najaar zal ik ze toch verplaatsen. Dan hebben zij kans gehad om mooi te bloeien en heb ik het gevoel dat ik ze toch een beetje stuur.
Wieden, wieden, wieden… en morgen? Volgende maand? Volgende lente? Dan wieden, wieden, wieden we gewoon weer door.
Strenger toezicht houden dan maar? Of vaker wieden? Daar is de Haagwinde heks het niet mee eens, geef haar een vinger of liever gezegd een open stukje zandgrond en ze neemt je hele hand en tuin in beslag… Ach die arme Haagwinde, raast maar door en door. Met haar helder witte bloemen zal ze zich nooit bescheiden opstellen. Misschien heeft dit kruidenvrouwtje toch een ‘onkruid’ als vijand. Haagwinde zal mij wel een lesje leren, maar voor nu mag ze weg, zodat de rest van de tuin weer kan ademen en licht krijgt. Dan spoken de woorden door mijn hoofd:
“onkruid is een plant waarvan je de waarde nog niet hebt ontdekt.”
Wat is dan de waarde van Haagwinde? Haagwinde klimt ten kosten van andere (planten) naar het licht, gaat voor geen andere plant uit de weg en neemt de ruimte in. Ze groeit ten koste van andere in de natuur en dat is niet bepaald een wijze les, maar het is wel een theorie die geldt in de natuur: ‘survival of the fittest.’ Ik ben er nog niet over uit en zo mijmer ik door en verwerk hiermee tevens de andere levensvragen die door mijn hoofd spoken. De planten wijzen mij de weg door mijn leven.
Stiekem hoor ik de tuin giechelen. Wetend dat ze mij soms uitlacht. “Mens wat ben je allemaal aan het doen.” Koppig dat ze is zal ze mij nooit laten winnen en dat is maar goed ook, want zij heeft ons niet nodig. Wij hebben de natuur nodig. Het is maar net hoe je kijkt.
… ‘onkruid’ is zo’n woord met betekenis waar je mooie metaforen op los kunt laten. Wat is onkruid voor jou?

Quote uit mijn lievelingsboek: Een vlecht van heilig gras