Remmen kan altijd nog

Een doel, dat was het plan. Van theeschenkerij en theetuinen fietsen, van Groningen naar Maastricht.

Maar dat doel werd steeds bijgeschaafd, want eenmaal besmet met het fietsvirus wilde ik naar de Ardennen, naar België en eigenlijk naar de horizon… 

…Toen ik 19 was kocht ik van geld van mijn opa mijn eerste fiets en trok ik alleen door Nederland. Die zelfde fietst maakte de jaren daarna duizenden kilometers door Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Spanje. Daarna werd het stil, de fiets werd oud en ik fietste er niet meer op. De ooit glorieuze TREK uit de 400 serie werd gedegradeerd tot dagjesfiets. Trouw hielp de piepende en krakende fiets mij dagelijks om naar werk, tuin en zee te komen. Ik was een avonturier, maar geen techneut en dus roestte de fiets verder weg in de schuur, wegdoen kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Tot mijn moeder het broertje van deze TREK aan mij schonk. Dit was hetzelfde model en ik wist wat ik mocht verwachten. Er was weer ruimte om doelen te hebben, te dromen en een route uit te stippelen. Simpel beginnen, want ik had al maanden geen lange tochten meer gemaakt.

 

Vastgeroest

Net als mijn fiets voelde ik mij ook verroest. Vast geroest in gewoontes en dezelfde emoties. Ik kan het geluk in mijn eigen dorp niet meer vinden. Het is mij hier te krap. Een smalle strook duinen een druk bezocht strand en omringt met kale bollenvelden. Ik omarm mijn moestuingeluk en het slapen in de natuur, maar de positieve herinneringen aan het reizen blijven mij achtervolgen. En dan knaagt het in mijn hoofd. ‘Ja maar…’ en ‘..wat als?’  De honger naar avontuur overwint het vroeg of laat altijd. En dus plande ik het idee om van Schiermonnikoog naar de horizon te gaan fietsen. Remmen kan altijd nog! Gewoon doen…

 

Wilskracht

Dit was slechts een voorproefje van een stukje fietsen door het land. Zou ik het nog kunnen? Maar wat was mijn lijf blij, het mocht weer bewegen. Er groeide een enorme wilskracht in mij. Een verslavend gevoel om steeds een beetje meer te willen. Doelen groeiden en zoals iedere reis ging het niet meer om de bestemming. Het is spannend, maar het geeft ook een kick om niet te weten waar ik terecht zou komen. Ik vond het lastig om alles los te laten, geen grip op de route of situatie te hebben. Maar de benen doen het werk en het hoofd hoeft niets. Onderweg heb ik in gedachten de mooiste verhalen kunnen schrijven, maar er is uiteindelijk niets van op papier beland. Dat geeft niet, want ik ben net zolang gaan trappen tot de negativiteit uit het lijf stroomde en plaatst maakte voor inspiratie, creativiteit, dagdromen, filosofische vragen en natuur.

Ik was trots op mijzelf iets te doen waarvan ik dacht dat ik het niet meer kon.

Ontbijten op een terp – Groningen

Thuis komen

Ik kom thuis door onderweg te zijn. Dit lees je terug in mijn eerste boek. Er is ruimte voor beweging, verandering en om te ont-moeten. Ontmoeten in de zin van nieuwe mensen en verhalen tegenkomen. Maar ook het niks hoeven: ik ont-moet mijzelf. Want ik wil altijd meer zien, doen en ontdekken. Door onderweg te zijn ontdekte ik langzaam mijn ‘liefde’ voor Nederland terug er ontstond wat rust.  Tussen de kilometers graan, akker, mais, stallen en weilanden was er nog ruimte voor de natuur. Niet veel en nooit genoeg, maar het was fijn om andere landschappen te ontdekken. Met een dubbel gevoel fietste ik door het land. Enerzijds blijft het aan mij knagen hoe VOL ons land is, anderzijds verbaasde het mij hoe stil en verlaten de grensgebieden zijn. We hoeven als mens niet ver te reizen om ons te verwonderen, als je de schoonheid van kleine dingen maar kunt zien. Heeft Nederland nog natuur? Het was een vraag die ik regelmatig stelde bij het zien van mega veestallen en velden vol aardappels en voederbieten. Maar de groene spechten, reeën, ijsvogels, rode wouw, uilen, zwaluwen, ooievaars en al die andere inwoners van onze natuur die ik onderweg heb gespot gaven deels het antwoord. Nederland is vol, zij waren hier eerst dus wij moeten onze stukken land delen. Er is volop ruimte voor natuur in dit land. Zij geven ‘overlast’, maar wij zijn met teveel.

Een groen paradijs van een deelnemer van WTMG

Tijdens het fietsten buiten de drukke Randstad ontdekte ik dat er in Nederland nog ruimte is voor gastvrijheid en ik kwam weer in contact met de goedheid van mensen. Mensen die inzien dat wij met teveel zijn en iets terug willen doen voor de natuur. Ik ontmoette mensen die echt in verbinding zijn met de natuur. Ze werkte samen met de natuur en zorgde voor haar. ‘Je moet niet denken dat de natuur ons nodig heeft.’ lachte de gastvrouw. ‘We kunnen haar wel een handje helpen.’  En zo kwam het dat ik op een ochtend om 4:30 uur wakker werd in het vogelparadijs. Zelden hoor je in ons land nog zo’n melodieus geluid van honderden zingende vogels door elkaar.  Eindelijk vond ik wat ik al die maanden had verloren. De vogelconcerten kwamen diep binnen. Zo hoort het te zijn. Ik kwam thuis. (tekst gaat onder de foto verder)

Camping bordje; camping waar je een vermogen uitgeeft om te leven als een zwerver.

Low budget reizen

Ik ben geen fan van de Nederlandse campings. Ze zijn erg duur, vaak te vol met weinig privacy en veel geluid. Ondanks dat Nederland genoeg mooie kampeerplekken heeft in de natuur, koos ik deze reis voor een nieuw concept:  Welcome To My Garden. Je zoekt contact met je host via de website Welcome to my Garden(WTMG), stuurt een bericht en je ontvangt het adres. Dit is een fantastisch concept, want zo hoefde ik deze reis alleen mijn boodschappen te betalen. Het enige nadeel is dat dit concept via het internet gaat. Ik moest dus helaas van te voren mijn slaapadressen een bericht sturen, want ik was offline tijdens het reizen. Slapen bij mensen van WTMG is kosteloos. In overleg kun je een tent, hangmat of bivak kwijt op hun terrein/erf/tuin. En dat is zoiets moois en eigenlijk zou het als vanzelfsprekend mogen zijn. Dat we ons ‘rijkdom’ en ruimte delen met elkaar. Ik heb mogen genieten van wat deze gastvrije mensen hebben gezaaid in hun leven (letterlijk) en plukte daar de vruchten van. Bij de meeste adressen mocht ik namelijk groente, bloemen en kruiden oogsten en kreeg ik eitjes van de kippen.

Wie niets verwacht, ontvangt alles…

Goedheid

En zo leerde ik weer vertrouwen in de goedheid van de mens. Wie goed doet, wie goed ontmoet. Is mijn slogan. Ik mocht leren ontvangen en ontdekte bijzonder mooie en verborgen plekjes in de Nederlandse natuur. Tussen al die bewerkte stukken land en invloeden van de mens schuilt nog altijd een stuk goedheid. Zo mocht ik weer leren vertrouwen in de omgeving om mij heen. Er is nergens ongerepte wilde natuur meer over… Of toch wel? Welcome to my garden heeft mij in laten zien dat we ZELF veel kunnen betekenen voor de wereld om ons heen. Het begint met het zaaien van hele kleine zaadjes in je tuin.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.