Terwijl de wind geen rust vind en de lucht grijs blijft, is het volgens de kersliederen ‘the season to be jolly’.
Jolly ben ik pas zodra ik de schatkist open die in mijn woonkamer staat. In deze grote kist bewaar ik mijn zaden. In de winter lonkt die kist. Ik duik dieper en dieper in de kruiden en tuin boeken en ergens in januari zal de kist weer open gaan. In zakjes, bakjes en fotomapjes zitten de zaden verstopt. Het is net onbeperkt cadeautjes uitpakken, zoveel zaden zijn het. Meestal gesorteerd op soort van blad, wortel, bloem en vrucht. Ik begeef mij dan weer even in de snoepwinkel voor tuinders, visualiseer mij hoe de zaden ontkiemen en zullen groeien en hoe de tuin er uit kan komen te zien. Altijd ruimte te kort. Wanneer die kist open gaat, zal ook het moestuindagboek erbij worden gepakt. Zorgvuldig schrijf ik mijn voorraad op, wat moet op? wat kan bewaard blijven en wat wil ik ruilen? Dan plan ik in de loop van de manen hoe ik de bedden ga indelen.
Iedere dag probeer ik een ronde over de tuin te maken. Mijn achtertuin is 8m diep en 5m breed, maar het heeft een eigen ecosysteem en er zit van alles verstopt! In de hoek van de muur zitten de huisspinnen diep verscholen tussen de spleten. Je weet wel, die met harige grote poten en een bizar eng lijf. We hebben geen last van elkaar, dus ze mogen er blijven zitten. In het voorjaar komen de mussen en mezen die de jonge spinnen tussen de spleten vandaan toveren. In de hoek van de schaduw zit een kleine muurvaren verstopt en onder de grond wachten de bollen op een teken dat ze mogen kiemen.
Voor nu probeer ik steeds een teken van leven te zoeken en te bedenken waar ik dankbaar voor ben in de tuin. Terwijl de energie in de bodem zit opgeslagen, zijn er kruiden die net als ik niet kunnen wachten om te groeien. De paarse dovenetel versiert pril de bodem onder de bessenstruiken. Ieder jaar komt ze iets vroeger in bloei. In de schaduwrijke hoekjes van de tuin bloeit de witte dovenetel ook al met enkele bloempjes. Kleine Veldkers en vogelmuur beginnen ook al te bloeien. Daar houdt het ook bij op. Veel van mijn geluksbrengers zitten nog verborgen onder de grond. Door iedere dag een winterwandeling te maken kan ik heel goed de natuur zien meebewegen met het ritme van het seizoen.
En ik word er zelf ook ieder jaar beter in, verstoppertje spelen. Het is lastig om het te herhalen, maar ik hoef niets. Afgelopen voorjaar ontmoette ik een vrouw op de camping die de hoefsmid van Astrix en Obelix bij zich droeg. De hoefsmid heet: Hoefnix. Het poppetje was een simpele reminder voor haar om zich te belonen met het feit dat ze niks hoeft. Die boodschap probeer ik veel mensen duidelijk te maken, in de winter mag je verstoppertje spelen én lekker blijven zitten in je holletje.
21 december kwam de zon op zijn laagste punt. Het was de kortste dag van het jaar en de langste nacht. Vandaag op 24 december begint de zon langzaam weer te klimmen en gaan we weer naar het licht. Het voelt fijn om deze periode stil te zitten (meestal in de natuur, maar door het weer dit jaar niet) en op te schrijven waar ik dankbaar voor ben en welke planten mij dit jaar hebben geholpen. Denk aan voeding, levenslessen, inspiratie, kracht of heling. Bijvoorbeeld: ik ben dankbaar omdat ik laatst ontdekte dat de kruidenkuur van Lindebloesem mijn extreme maagpijnen heeft vermindert. En dat de kamille mij maandelijks helpt om de pijn van mijn maancyclus te verzachten. Ik ben dankbaar voor de snijbiet die uitbundig en kleurrijk bleef geven tot eind november. En ik ben dankbaar voor de wormen in de bodem die mijn tuin van voeding voorzien. Ze spelen verstoppertje, net als ik maar werken kunnen ze!
Ik nodig je uit om hetzelfde te proberen in het nieuwe jaar… Wat je ook doet tot het voorjaar, bedenk je maar zo: je hoeft niks, je mag er zijn en je moet niks. Verstoppertje spelen was nog nooit zo makkelijk. Het licht komt vanzelf.
Ik wens je fijne dagen, iedere dag van het jaar.
Klik op de #kerst om de boodschappen van vorige jaren te lezen.