Vrouw van de aarde
Ik vergeet het vaak. Ademen. Verdoofd en verstikt door de stem van de mens. Die mens die zelf misschien zo klein is als een mier, maar wel machines weet te bouwen die mijn bloed laten stollen, mij ineen doen laten krimpen en mijn haren recht overeind laat staan. Het ontneemt mij mijn instinct. Ik leef zoals een dier dat op de vlucht is voor zijn vijand en zich pas weer laat zien, wanneer het gevaar geweken is. Een hert die een sprintje trekt en dan als een boemerang dezelfde weg terug kiest en dan zijn vijand in de rug kijkt. Ik word bedolven onder verstikkende lucht en pijnlijke geluiden. De mens is het enige dier, wat kan schreeuwen om te kwetsen en kan moorden en roven. De mens is het enige dier wat een hart kan doen laten stoppen met kloppen. De mens rooft en verdooft ons van het werkelijke bestaan van het leven. Het begint zodra een kind geen regenboog meer mag kleuren op school, omdat het moet luisteren. De boeken niet mag lezen die ze wil lezen en niet mag doen wat ze werkelijk wil. Langzaam worden de kleuren van de regenboog bruin en grijs. De pure ziel verdwijnt. het oerinstinct wordt getemd als een dier in het nauw. De oervrouw in ons verstopt zich, steeds dieper en dieper in ons lijf. Het kind neemt afscheid van het kind zijn om later, als ze een groter kind is terug naar huis te keren. Op zoek naar het kind wat regenbogen tekende als toegangspoort naar haar identiteit, haar ware ziel.
Tekst gaat verder onder de foto.
Ik ben gestopt met de aarde onder mijn nagels vandaan te krabben. Het zorgt voor bloedende vingers en schrale handen, terwijl ik als het ware mijn identiteit weg spoel. Het verborgen leven zit onder mijn nagels en onder mijn huid. Het is net als dat ik mij zou douchen na een duik in zee en het zout en zand van mij af zou spoelen. Ik ben een vrouw van de aarde, met klitten in mijn haar, zwarte voeten en kapotte nagels. Ik ben een vrouw van het bos. Struinend over de paden, tussen de reusachtig krakende bomen. Langs de beek neem ik plaats om te luisteren naar het lied van de vogels. Ik ben een vrouw van de zee, met een ruwe huid van de zilte wind die mijn wangen streelt en krulletjes in mijn haar waait. Ik wil in slaap vallen op het zachte zand. De dauwdruppels aan het helmgras zien, voor de zon komt om ze te verdampen. Ik wil wakker worden door de leeuwerik, slapen met de nachtegaal. Ergens daar tussen wil ik dansen met de zee en zaaien in de aarde. De zee neemt mijn gedachten mee. De aarde laat een geur van heiligheid achter op mijn huid en in mijn kleren als ik mezelf tussen al het kleine (maar voor de planeet groots!) leven op de bosbodem laat vallen. Ik maak deel uit van dit alles, omdat ik leef.
Eva de Roovere heeft een knap stukje tekst geschreven over de mysterieuze vrouw van de vrouwen. In La Loba zingt ze over de oervrouw van de vrouwen, een stem die zegt je kan, je mag je bent vrij. La Loba is overal om ons heen, ze is er, maar ook niet. Iedereen droomt ervan haar te zien, sommige gruwelen van de verhalen over haar. Ze bestaat in ieder volksverhaal, natuurstam. Deze vrouw leeft op ieder continent. Voor de een leeft zij als kruidenvrouwtje met een kromme rug, voor de ander als een schim die door de duisternis sluipt. De vrouw leeft van de aarde, verzameld botten en zingt ze tot leven. Ze wekt de ‘wolfsvrouw’ tot leven. De vrouw in ons vrouwen. Die vrouw, verborgen onder het stof van de aarde. Diep in de kern van je zijn, zijn we allemaal wolfsvrouwen en worden gedragen door de aarde.
We hoeven geen zakenvrouw te zijn, niet het geld te verdienen om ons gezin te onderhouden. We mogen breken als we menstrueren, we mogen verhalen vertellen aan onze kinderen. Liederen zingen voor hun, want met een lied spreek je van ziel tot ziel. Zodra we worden gescheiden van ons kind-zijn en onze kinderen die ons kind laten zijn, worden we een mooie bloem in de schaduw, een vogel die niet kan vliegen.
Je mag er zijn. Mooi zoals je bent. Als vrouw van de aarde, als kind van de zee. Zwervend van hart naar hart, ziel naar ziel. Wees als de wind, altijd aanwezig. Wees als de zee, altijd in beweging. Adem als de bomen en de aarde. Het is hoog tijd dat een vrouw, vrouw mag zijn in haar puurste vorm: wild en ongetemd (terug) in contact met het leven.
Het enige wat we hoeven te doen is ademen, maar zelfs dat is een opgave. Ik woel met mijn handen nog dieper in de aarde.
Wil je meer ontdekken over de vrouw in jezelf? Inspiratie vinden in oude volksverhalen? Lees dan: De ontembare vrouw.