Samenwonen
Enkele jaren terug viel mij op hoeveel piepschuim balletjes ik aantrof aan de Noordwijkse Duinweg. Na een storm of in het vroege voorjaar lagen overal grijze balletjes. Het mysterie werd ontrafelt in het voorjaar. De balletjes zijn gebruikt als isolatiemateriaal in de huurwoningen. In het voorjaar sneeuwde het piepschuim op de galerij, er waren nieuwe buren bij mij ingetrokken. Aan de ene kant van de dakgoot woont er mannelijke spreeuw die het graag netjes maakt voor zijn partner. Aan de andere kant woont er een brutaal kauwenpaartje. Van paparazzi houden ze niet, je mag genieten van hun gezang maar ze vliegen ervandoor zodra ik ze wil fotograferen.
De woningnood voor mens én dier is momenteel erg hoog. Tevergeefs heeft de woningbouw twee stevige spreeuwenkasten opgehangen, maar de trotse spreeuwenman heeft noten op zijn zang. Kennelijk zijn de kasten niet goed genoeg, want hij verkiest ondanks zijn gevaarlijke buurman toch weer de pannen. En zo komt het dat mens en dier heel dicht naast elkaar leven. Zoals het hoort, want van mij mogen ze blijven. Allemaal.
De spreeuwenman laat graag van zich horen. Veilig en trots in het hoekje van de dakgoot zit hij uren te zingen voor zijn partner en de concurrenten. Je hebt het misschien niet door, maar er speelt hier aan de Duinweg een kleine soapserie. De hoek van het dak is een prima observatietoren en van hieruit kan meneer gemakkelijk naar andere daken vliegen. Als het even kan zit hij op de nok van het huis en laat hij de buurt zijn geklepper en gezang horen. De haren op zijn kop staan dan recht overeind en in het zonlicht pronkt hij met zijn mooie groene stippenkleed. Iedere keer als ik mijn voordeur open doe is hij me te slim af en vliegt er vandoor naar een ander dak. Het is een gezellige boel, dat geklepper tussen de spreeuwen, maar het gaat er ook heftig aan toe.
De kauwen hebben een ander ritueel om te laten weten dat ze bij mij zijn ingetrokken. Zij testen zorgvuldig de dakgoot door er met hun snavels iedere ochtend tegenaan te tikken. Als die dakgoot na enkele dagen tikken nog steeds voldoet aan hun eisen dan worden de takken getest. Vanuit mijn bed een komisch schouwspel, omdat ik nog net hun kauwenpootjes kan waarnemen. Ik zie dan nog net een stokje over de rand bungelen en onder de pannen verdwijnen. In de nacht, wanneer het autoverkeer aan de Duinweg eindelijk weer rustig is, hoor je ze heel aandoenlijk zachtjes communiceren met elkaar. In de ochtend nadat de heggenmus zijn riedeltje heeft gezongen vliegen ze uit naar de bomen aan de overkant.
Ieder dak, iedere boom is een territorium en onderdeel van de vliegroute van zangvogels. De meeste zangers hebben hun eigen podium gecreëerd al moeten ze soms ruimte maken voor de wat grotere zangers. Merelman heeft het liefst de nok van het dak van de buren. Zo kan de spreeuwenman op zijn beurt de nok van mijn dak gebruiken. De kauwen hebben de bomen aan de overkant als podium en de heggenmus en mezen geven voorkeur aan de meidoorn met klimop.
Het is heerlijk om samen te wonen met enkele brutale zangvogels. Als straks de jongen uit het ei zijn hoor ik hun gebedel vanuit mijn slaapkamer. En door de zéér slecht geïsoleerde zolder kan ik de vogels bijna aanraken. Op zolder hoor ik het gefladder van de vleugels, de bekkies van de jongen en kan ik precies horen wanneer er eten in hun snaveltjes wordt gepropt. Dan is het één seconde eventjes stil. Maar je buren heb je niet voor het uitkiezen. Daarom begrijp ik niet goed dat spreeuwenman toch weer heeft gekozen voor een hoekhuis. Onder de pannen hebben de kauwen vrij spel. Ze vliegen er aan de oost kant in om er aan de west kant uit te komen met een jong spreeuwtje in hun snavel. Vorig jaar trof ik de dode jongen aan op de galerij. Zou het spreeuwenman dit jaar wel lukken zijn kroost te beschermen?