Draakje van het duin

 

De zandhagedis is de gastheer voor teken Foto: Bert van Beek

De zandhagedis is de gastheer voor teken.  Foto: Bert van Beek

 

Hij bewoog in een fits. Zoef! Weg was hij. Nauwelijks terug te vinden tussen het hoge helmgras. Hij stak zomaar over nabij afrit 21 in Noordwijk. Een beetje bijzonder is het wel, want ze zijn aardig schuw. Ik heb het over een diertje van meer dan 200 miljoen jaar oud: de hagedis.

Ik zoem in op de hagedis die op de heetste plekjes van Noordwijk kan overleven; de zandhagedis. Een prachtig hagedisje die in het voorjaar gifgroen kleurt als hij kan voortplanten. Het koudbloedige diertje kan zijn eigen lichaam niet zelf warm houden, en laten de hete duinhellingen daar nou dé ideale hotspot voor zijn.

Tijdens mijn excursies kun je mooi onderscheid zien tussen de Noord en Zuid hellingen. Op de Zuidhelling wil je zomers niet op blote voeten lopen, de temperature kunnen hier oplopen tot 70 graden. De ideale plek voor een zandhagedis om haar eieren te leggen, de zon doet het werk en laat de eieren uitkomen. Dit duurt tussen de 50 en 90 dagen, hoe heter hoe beter.

Klauwen van de zandhagedis mannetje. Foto: Bert van Beek

Klauwen van de zandhagedis mannetje.
Foto: Bert van Beek

De zandhagedis heeft sterke pootjes met lange klauwen, een draakje in het klein. Dankzij zijn gestroomlijnde lichaam kan hij wel 7 km per uur rennen, en met deze klauwen kan hij ook nog eens goed klimmen. Een atleet onder de reptielen dus. Niet alleen zijn klauwen zijn scherp hoor, ook zijn tandjes. Deze werken als gereedschap om de harde gladdere delen van insecten te kunnen kraken.

 

 

Dankzij Staatsbosbeheer gaat het nu goed met de zandhagedis. De duinen worden goed onderhouden door een Europees financieringsprogramma LIFE Nature. Hierdoor konden op sommige plekken struiken en bomen verwijderd worden waardoor er weer ruimte kwam voor open plekken waar de wind lekker kan waaien. Ook konden natte duinvalleien weer een kans krijgen omdat de voedselrijke bovenlaag werd verwijderd op sommige stukken. Een cadeautje voor de zandhagedis die in de vochtige gebieden graag jaagt naar sprinkhanen en ander lekkers.

Op mijn Facebook vindt je de foto’s van de prachtige paarse bloemen van het slangenkruid. Het kruid dankt zijn naam aan het feit dat hij heel veel kleine slangentongetjes heeft. De stijl van de bloem is namelijk aan het uiteinde gespleten. Kijk maar eens goed. Het is de enige plant die een slangentong heeft. Bij reptielen werkt die slangentong super als extra zintuig. De zandhagedis tast zijn omgeving er mee af en vangt er geuren mee op. In zijn bek zit namelijk het Jacobson orgaan, waarmee de hagedis super snel geuren kan analyseren. Handig om soortgenoten en vijanden te ontdekken. Hoe meer de tong gebruikt wordt, des te interessanter is de geur.

Toen ik op mijn achtste op vakantie naar Italië ging maakte ik er een dagtaak van om te ‘jagen’ op hagedissen. Ze lieten zich graag opwarmen op de oude muren van ons huisje. Mijn broer en ik deden altijd een mislukte poging om ze te vangen en te observeren. Door deze iets wat speelse manier van observeren kwamen wij er achter dat de staarten van een hagedis kunnen loslaten. Dat was spannend! Daar lag zijn staart wild te kronkelen op de grond. Voor natuurlijke vijanden is dit dé ontsnappingsmethode want de vijand richt zich op het kronkelende en bewegende stukje staart. De staart groeit dan binnen 2 maanden weer aan. Een fantastisch oeroud natuurlijk proces, wat hoort bij een klein maar sterk reptiel.

Zandhagedis - Foto: Bert van Beek Spot jij mij in het Hollands Duin

Spot jij mij in het Hollands Duin?

Reacties zijn gesloten.